Kenmerken windparken van Betuwewind
Wat is het en waar komt het?
Wat is het en waar komt het?
Betuwewind is de coöperatie, volledige naam is Burgerwindcoöperatie West-Betuwe U.A. die eigenaar is van Windpark Avri en een deel van Windpark Deil. Ook ontwikkelt de coöperatie nieuwe projecten zoals een voedselbos en zonnevelden
Burgerwindcoöperatie West-Betuwe is speciaal in het leven geroepen om burgers te laten participeren in de ontwikkeling en exploitatie. De Windparken Deil en Avri zijn samen met projectontwikkelaars en de gemeente ontwikkeld op basis van een participatieplan. Burgers konden meepraten en mee investeren in de projecten.
In de door de indertijd betrokken gemeenten vastgestelde Windvisie is participatie als voorwaarde gesteld voor de realisatie van de windparken bij Deil en de Avri. Op basis van dit uitgangspunt worden alle (mogelijke) stakeholders actief betrokken. Uniek voor Nederlandse begrippen is de grote rol die er voor de burgers in dit project is weggelegd. Overheden, projectontwikkelaars en burgers (via de burgerwindcoöperatie) zitten op een lijn als het gaat om het maximaal betrekken van burgers bij de windprojecten.
De Burgerwindcoöperatie heeft nu ruim 900 leden waarvan ca. 80% woont in gemeente West Betuwe.
Burgers hebben de wettelijke mogelijkheden voor inspraak en zienswijzen en beroep tijdens diverse fasen van het project, maar kunnen ook meepraten door lid te worden van de Burgerwindcoöperatie en zo een stem hebben in de ontwikkeling. De uiteindelijke zeggenschap over de vergunning van een windproject ligt bij de provincie maar deze bevoegdheid kan worden overgedragen aan de gemeente. Dat is bij de windparken Deil en Avri ook gebeurd.
Er is onderzoek gedaan naar landschap, geluid, slagschaduw, bodemvervuiling, ecologie (mogelijke schade aan zeldzame soorten), veiligheid, archeologie en waterbeheer.
Eerst is vastgesteld of er beschermde soorten in het gebied leven, vervolgens is aan de hand van tellingen ingeschat wat de impact is. De impact op beschermde soorten bleek zodanig dat de provincie ontheffing verleent voor de beperkte sterfte die zal optreden. Het gaat om enkele exemplaren per soort per jaar voor de beide parken samen.
Voor de vestiging van windmolens zijn grondposities nodig, dit zijn contracten die ontwikkelaars aangaan met grondeigenaren om op hun land windmolens te vestigen. Commerciële partijen hebben soms al 15 jaar geleden hun grondposities in onze regio ingenomen. Dit is contractueel vastgelegd. Het burgerinitiatief respecteert deze ‘oude rechten’ en heeft een aandeel in de ontwikkeling bedongen van 25%-36% om daarmee burgerparticipatie mogelijk te maken. De windvisie van de gemeenten heeft de juiste ‘druk’ gegeven op commerciële ontwikkelaars om een deel van hun belang prijs te geven. Overigens hebben ze daar wel een financiële vergoeding voor krijgen.
Staatsbosbeheer staat voor het beschermen, beleven en benutten van natuur in Nederland. Die natuur geeft energie. Staatsbosbeheer voorziet dus al jaren in de behoefte aan duurzame grondstoffen en groene energie, bijvoorbeeld met biomassa zoals houtsnippers en gras. Staatsbosbeheer wil en kan ook een wezenlijke bijdrage leveren aan de productie van windenergie. De opbrengst willen ze benutten voor het beheren van natuurgebieden, het realiseren van recreatievoorzieningen en het verbeteren van de kwaliteit van de directe leefomgeving van de windmolens. Staatsbosbeheer heeft oog voor het Nederlandse landschap en wil geen windmolens plaatsen in hun mooiste natuurgebieden, maar in een aantal zorgvuldig gekozen terreinen waar het kan. Het landschap en de natuur (ecologie) zijn altijd sturend. De voorkeur gaat uit naar het aansluiten bij bestaande windmolenparken of (grote) infrastructurele elementen en bedrijventerreinen. Draagvlak bij en betrokkenheid van omwonenden en organisaties zijn daarbij erg belangrijk.
Staatsbosbeheer is in eerste plaats natuurbeschermer. Dat wil zeggen dat onderzoek naar eventuele gevolgen van windmolens voor de natuur (zoals voor vogels of vleermuizen) altijd onderdeel uitmaakt van de planvorming. En ze houden uiteraard rekening met andere negatieve effecten van windmolens, zoals geluid.
Hier is nog niet in voorzien. Op dit moment zijn de kosten voor opslag nog erg hoog. Als Betuwewind blijven we deze ontwikkeling nauwlettend volgen omdat we dan nog meer van jullie eigen stroom door jullie zelf gebruikt kan worden.
Door ingenieursbureau Royal Haskoning DHV is er een uitgebreid onderzoek gedaan naar de eisen en risico’s van een fundatie voor een windmolen op een voormalige vuilstort. Hierin is gekeken naar zowel de functionaliteit van de fundatie als naar risico’s zoals vervuiling van grondwater. Het resultaat van dit onderzoek is dat bij de juiste uitgangspunten voor het ontwerp van deze fundatie er geen risico’s zijn voor zowel de stevigheid van de fundatie als verhoging risico op vervuiling grondwater.
De windmolens bij Avri hebben een tiphoogte van 185 meter en bij Deil 210 meter. Hogere windmolens hebben een betere stroomopbrengst.
De stroomopbrengst van een windmolen is afhankelijk van de windsnelheid (in de derde macht) en de hoeveel wind die gevangen kan worden (in de tweede macht). Hoe hoger je komt, hoe hoger de gemiddelde snelheid wordt; op 140 meter hoogte waait het gemiddeld 35% harder dan op 80 meter hoogte en levert bij gelijke wieken dan 2,5 maal meer windenergie. Hogere molens kunnen grotere wieken hebben; 50% langere wieken leveren 125% meer windenergie. Dus hogere molens leveren meer stroom en hebben dus ook een grotere bijdrage aan de duurzaamheidsdoelstelling en het omgevingsfonds.
Een windmolen van rond de 120 meter hoogte heeft een maximaal vermogen van 3-4 MW (Mega Watt) en levert, afhankelijk van de wind, in onze regio zo’n 10-13 miljoen kWh (kilo Watt uur).
De beoogde windmolens gaan ongeveer 190 Miljoen kWh per jaar produceren. Dit is ongeveer 60% van het elektriciteitsgebruik van de gemeente West Betuwe en 10% van het elektriciteitsgebruik van heel Rivierenland.
De gemeente wil op dit moment niet meer windenergie realiseren in West Betuwe. In de Regionale Energie Strategie van Rivierenland staat nu alleen extra zonne-energie gepland voor West Betuwe.
In Culemborg staan 3 windmolens van elk 2 MW die samen 11 miljoen kWh per jaar produceren. Voor meer informatie over rendement, zie www.windcentrale.nl
De gemiddelde windverwachting is in Gelderland lager dan aan de kust. Bij het vaststellen van de hoogte van de SDE+ subsidie wordt hier rekening mee gehouden. Betuwewind valt in een windgebied van gemiddeld ruim 7 m/s op 100 meter hoogte.
De molen in de bult staat op 16 stalen buispalen die in de ondergrond steken. De molen rust niet op het afval.
Over windenergie
Waarom? En meer weetjes...
Waarom? En meer weetjes...
Windenergie is schoon en onuitputtelijk. Bovendien is het de goedkoopste vorm van duurzame energie. En we kunnen het zelf produceren. Zo zijn we minder afhankelijk van gas, kernenergie en kolen uit andere landen. De meeste energie (ongeveer 86%) in Nederland komt nu uit fossiele brandstoffen en daardoor komt er steeds meer CO2 in de atmosfeer, waardoor de temperatuur van de aarde stijgt (broeikaseffect). Uiteindelijk gaat dit ingrijpende gevolgen hebben voor mens en dier. Hierom is het belangrijk dat we energie besparen én overstappen op duurzame energiebronnen zoals zon en wind.
Nee, bijna alle vormen van duurzame energie ontvangen subsidie. Duurzame energie kost nog steeds iets meer dan stroom opwekken met kolen of gas. De kosten van duurzame energie dalen echter gestaag en de subsidies worden dus geleidelijk lager. De subsidies weerspiegelen met name dat kolen en gascentrales bijna niet betalen voor hun vervuilende uitstoot (CO2, NOx, Fijnstof etc).
De belangrijkste Nederlands subsidie voor duurzame energie was in de afgelopen jaren de SDE+ regeling (Stimulering Duurzame Energie productie). Inmiddels is die regeling geëvolueerd tot de SDE++ regeling (Stimulering Duurzame Energie transitie). In de basis ondersteunt de SDE++ initiatieven op zo laag mogelijk kosten van het vermijden van CO2-uitstoot. Dit wordt subsidie-intensiteit genoemd. Met de subsidies wordt voor bijvoorbeeld windenergie zoveel mogelijk een gelijk (kosten) speelveld gecreëerd t.o.v. elektriciteitsproductie met kolen en gas.
In de waaier van mogelijkheden om CO2-uitstoot te verminderen scoort wind op land op het gebied van subsidie-intensiteit goed. De 2020 SDE++ subsidies voor nieuwe wind op land projecten variëren van 0 ct/kWh op goede wind locaties tot 2ct/kWh op minder goede locaties. Dit betekent een range van €0-€80 per ton vermeden CO2 uitstoot.
Wij verwachten dat subsidies niet zullen verdwijnen, maar dat wel verschuivingen plaats gaan vinden. Technologieën zoals windenergie worden steeds goedkoper, maar de inpassing van steeds meer wind en zon in ons energiesysteem vraagt ook om steeds meer afstemming, opslag en balanceren. Die ontwikkeling zijn relatief nieuw en zullen aanvankelijk financiële ondersteuning nodig hebben.
De Rijksoverheid moet ervoor zorgen dat in 2023 16% van de Nederlandse energiebehoefte afkomstig is van duurzame/hernieuwbare bronnen. Dit komt voort uit Europese verplichtingen. Deze taakstelling is vertaald naar subdoelstellingen voor onder andere wind op land. Het (opgestelde) vermogen voor windenergie op land moet vergroot worden van 3.000 MW in 2015 naar 6.000 MW in 2020. Provincies hebben hiervoor in januari 2013 met het Rijk afspraken gemaakt en hun eigen doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen zijn ook voor andere duurzame energiebronnen opgesteld en zijn in die zin ook niet uitruilbaar. Voor Gelderland geldt dat er voor 2020 230,5 MW windenergie gerealiseerd moet zijn. De provincie heeft dit niet helemaal gehaald, ondanks Betuwewind. In 2018 is afgesproken dat tot 2030 wind en zon op land moet worden uitgebreid tot een capaciteit van 35 TWh. In de Regionale Energie Strategien (RES) worden hier plannen voor gemaakt.
Het Nederlandse deel van de Noordzee moet na 2020 plaats bieden aan windmolenparken met een gezamenlijk vermogen van 4450 megawatt. Dat is ruim 15 keer zoveel als nu.
Het zijn forse opgaven. Daarom stimuleert de Rijksoverheid bijvoorbeeld via de subsidieregeling duurzame energie (SDE++) om te investeren in windenergie.
Feit is dat Nederland erg achterop loopt in de verduurzaming van haar energieproductie. Windenergie zowel op land als op zee is de goedkoopste vorm van duurzame energie en moet een belangrijke rol spelen in het bereiken van 49% CO2 besparing in 2030. Op dit moment is er vaak veel te doen over allerlei nieuwe manieren van duurzame energieopwekking. Betuwewind houdt dit in de gaten omdat hier ook investeringsmogelijkheden voor de regio bij kunnen zitten. O.a. biovergisting, geothermie, zonne-energie en waterkracht hebben aandacht. Op dit moment lukt het op zonne-energie na (door vrijstelling energiebelasting) nog niet om hier sluitende business cases voor te maken en zal hun bijdrage aan verduurzaming van de energievoorziening voorlopig zeer gering zijn.
Dat is niet te meten. Windmolens zijn aan de horizon een duidelijke landmark. Dat is een duidelijk verschil met zonnepanelen, hoewel sommigen die in hun directe omgeving ook niet mooi vinden. Voor de opbrengst van 1 windmolen is ca. 20 voetbalvelden (circa 15 hectare) aan zonnepanelen nodig.
Windmolens op land maken ongeveer 4 keer zo veel stroom per opgesteld vermogen (MW) dan zonnepanelen. Dat komt omdat er in ons land gemiddeld vaker/langer een ideale wind is, dan ideale zonneschijn. Om voldoende schone energie op te wekken, hebben we echter beide nodig. Zonne-energie is sterk in opkomst maar op dit moment nog duurder dan windenergie. Meer hierover is te lezen op https://www.windvoorjou.nl/
De komende 20-40 jaar nog niet. Zowel windmolens als zonnepanelen hebben als nadeel dat ze niet altijd productief kunnen zijn. Gemiddeld hebben zon en wind wel een mooi aanvullend patroon (zomer/winter, dag/nacht). Als de wind waait, dan schijnt de zon vaak niet.
Over 20 jaar zal er veel meer stroom nodig zijn dan er nu beschikbaar is omdat steeds meer processen elektrisch verlopen (koken, industriële processen, transport etc.) en hier ook actief op wordt gestuurd door de overheid. Dit maakt dat er voor zowel windenergie als voor zonne-energie forse doelstellingen zijn opgesteld. Afhankelijk van het behalen van deze doelstellingen en van een aantal technische ontwikkelingen zoals opslag zijn windmolens op land wellicht over 20 jaar overbodig, maar beleidsmakers gaan er vanuit dat dat wel 40 jaar gaat duren.
Economisch wordt deze in 15 jaar afgeschreven, technisch gaat een windmolen zeker 20 jaar mee en vaak langer.
Daarna worden ze afgebroken. Dit kan meestal kostenneutraal, omdat veel onderdelen hergebruikt kunnen worden. Ook zullen we onderzoeken of er na afbraak behoefte is aan nieuwe windmolens op deze locatie.
Ja, er zijn verschillende modellen in de handel. Het rendement van dit soort windmolens valt erg tegen. Natuurkundig gezien zijn het rotoroppervlak en de windsnelheid van groot belang voor de efficiëntie en de effectiviteit van het opwekken elektriciteit met wind. Dit betekent dat één windmolen van 120 meter hoog ongeveer evenveel oplevert als 5.000 windmolens van 10 meter hoog. Zowel in grondgebruik, investering als ook bijvoorbeeld in geluid vinden wij kleine molens op dit moment geen goed alternatief.
In de turbine is een ring met sterke magneten nodig. Er zijn fabrikanten die hiervoor Permanente Magneten gebruiken met het materiaal Neodymium, dat tot op heden op zeer milieu onverantwoorde wijze wordt gewonnen. Er wordt in de landen waar dit gewonnen wordt steeds meer aandacht besteed aan de wijze van winning, maar inmiddels wordt een groot deel van de moderne windturbines tegenwoordig niet meer met Permanent Magneten voorzien, maar met elektromagneten. Hierin wordt het magnetisch veld in een koperwikkeling met ijzerkern opgewekt door de windturbine, zonder gebruik van de grondstof Neodymium. Naast dat dit een veel milieuvriendelijker fabricageproces is, heeft dit als voordeel dat het magnetisch veld over tijd niet degradeert onder invloed van temperatuurschommelingen.
Een geschikte locatie voor windenergie is een locatie waar zich geen belemmering voordoet. Belemmeringen kunnen van diverse aard zijn als bijvoorbeeld woningen, ondergrondse leidingen, infrastructuur, enzovoorts. Ook wordt er gekeken naar de windverwachting op de locatie om de economische waarde van een locatie te bepalen.
Vervolgens moet er een bestemmingsplanwijziging komen voor de productie van energie.
Voor zonne-energie zijn er minder technische belemmeringen maar veel gemeenten willen geen landbouwgrond opofferen voor zonne-energie waardoor vooral de daken overblijven.
Afhankelijk van het type tot ongeveer windkracht 9 à 10 (25 m/s).
Dat valt wel mee. Windmolens draaien gemiddeld circa 80% van de tijd. Ze staan stil tijdens een storing of onderhoud (3% van de tijd, dit is minder dan de helft van een kolencentrale of gascentrale en vergelijkbaar met bijvoorbeeld een auto). Onderhoud wordt bij voorkeur gepleegd op windstille momenten. Verder kunnen ze stilstaan als het niet waait of langere tijd boven windkracht 9-10 waait en in uitzonderlijke gevallen vanwege slagschaduw of onbalanskosten. Zie de vragen elders in deze Q&A.
Om dit goed te bepalen moet je voor de diverse opwekkingsmethodes in de hele levenscyclus, dus van wieg-tot-graf bekijken hoeveel CO2 er gemoeid is met het opwekken van een kWh elektriciteit. Er zijn veel van dit soort studies gedaan en de uitkomsten variëren maar je ziet wel dat windenergie als beste uit de bus komt.
Onder andere NREL (national laboratory of the U.S. Department of Energy) heeft hier onderzoek naar gedaan. Het interpreteren van de resultaten is voer voor specialisten, maar onderstaand plaatje geeft wel een beeld over hoe schoon windenergie is:
Energieopslag is op verschillende manieren mogelijk maar hierin wordt ook nog volop ontwikkeld. De prijs van opslag is nog wel hoog maar daalt snel. Er wordt verwacht dat vanaf 2025 de prijs van accu's zodanig gezakt is dat ze standaard zullen worden toegepast bij de opwek van zonne- en windenergie.
Als standaard wordt de kleur lichtgrijs gebruikt omdat deze kleur meestal het minste opvalt in het landschap. Een merk (Enercon) heeft een gepatenteerde groene onderkant. De gemeente heeft Betuwewind in de vergunning verplicht de bekende grijze kleur te gebruiken.
Nee, dat klopt niet. Windenergie vormt nog maar een klein deel van de totale energieopwekking in Nederland. De inzet van diverse elektriciteitsbronnen (kolencentrales, zon, wind) wordt veel meer beïnvloed door het constant fluctuerend gebruik van stroom (de vraag naar stroom) dan door de onvoorspelbaarheid van wind (de stroomlevering). Er staat nu in Nederland bijna twee keer zoveel capaciteit aan energiecentrales dan we nodig hebben op een piekmoment! Als wind en zon in de toekomst een veel groter percentage van de Nederlandse energie gaan opwekken, kan dit probleem wel ontstaan, maar hiervoor zijn talloze oplossingen voorradig of in ontwikkeling. Een van de mogelijke oplossingen is het combineren van wind met zon en het creëren van opslagcapaciteit, bv. door middel van omzetting naar warmte.
Het verschil in windkracht is op hoogte minder groot dan je denkt. De verschillende die er zijn worden gecompenseerd in het subsidietarief om te voorkomen dat er alleen maar windmolens aan zee mogelijk zijn.
Zonne-energie kost ongeveer 7 cent per kWh. Windenergie kost op land ongeveer 5 cent per kWh.
Naast windparken kunnen ook zonnepanelen profiteren van SDE++ (tot 8 ct/kWh). Verder krijgen consumenten belastingvoordeel (13 ct/kWh) op de door hun opgewekte energie.
Maar het meeste belastinggeld gaat naar verkapte subsidies op gebruik van fossiele energie (vrijstellingen, prijsreguleringen etc.).
Dat is omdat wij nu samen gewoon heel erg veel, veelal nog fossiele energie gebruiken.
De windmolens in de gemeente West Betuwe wekken ca. 60% van het elektriciteitsgebruik in de gemeente op.
Nederland bleek in 2012/2013 zorgelijk achter te lopen op gebied van realisatie van de Europese 2020-doelstellingen, met name waar het de verduurzaming van de energievoorziening betreft. Juist oproepen van wetenschappers hebben er mede toe geleid dat de SER zijn nationale platformfunctie ter beschikking heeft gesteld om in een brede samenwerking van maatschappelijke organisaties een langetermijnperspectief te ontwikkelen, omdat het gezamenlijke belang soms ver uitstijgt boven de deelbelangen van afzonderlijke individuen en organisaties.
Naast werkgevers- en werknemersorganisaties, natuur- en milieuorganisaties, maatschappelijke organisaties, financiële instellingen hebben ook vele tientallen wetenschappers, ondernemers, politici en andere betrokken Nederlanders aan dit akkoord bijgedragen met hun visies en inzichten. Zij hebben dat gedaan tijdens de bijeenkomsten die in het land zijn gehouden, via brainstormsessies en expertmeetings in het SER-gebouw, via de online-consultaties, via ingezonden brieven of in verdiepende gesprekken.
Om te beginnen een stuk meer dan in Duitsland. En ja, er is genoeg wind om windmolens rendabel te kunnen exploiteren in de provincie Gelderland. Door de opbouw van het rivierengebied is er zelfs een extra hoeveelheid wind beschikbaar.
Ja. Zonne-energie, biomassa en in mindere mate waterkracht zijn alternatieven. Echter moeten alle zeilen op het gebied van duurzame energie worden bijgezet om doelstellingen te halen. Bovendien is het verstandig om niet afhankelijk te zijn van één bron, maar een mix van energiebronnen te hebben. De verschillende bronnen zijn niet even duur. Op dit moment kent windenergie het laagste ruimtebeslag en de laagste subsidie per opgewekt kWh van de genoemde duurzame alternatieven Zie hiervoor: https://www.rvo.nl/sites/default/files/2016/08/Brochure%20SDE%202016%20openstellingsronde%20najaar.pdf
In de toekomst zou dit kunnen, maar op dit moment is dat verre van betrouwbaar en nog geen bewezen techniek. Nederland heeft daar dus op dit moment nog niet voor gekozen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Thoriumreactor
De opwekking van windenenergie heeft, behoudens een beperkte CO2-belasting tijdens bouw en sloop, geen CO2-uitstoot doordat er geen fossiele brandstoffen gebruikt worden. De CO2-uitstoot door bouw en sloop wordt in 3 tot 6 maanden draaien gecompenseerd. De door wind opgewekte energie is altijd CO2-vrij en zal nooit tot meer fossiele opwek leiden. Wel is er, doordat het niet altijd waait of zonnig is, op dit moment ook fossiele back-up nodig. Afhankelijk van de ontwikkeling van het toekomstige energiesysteem in Nederland zal dat meer of minder zijn.
Onder andere in het SER-energieakkoord zijn er scenario’s ontwikkeld die moeten leiden tot een evenwichtig energiesysteem waarin door veel, elkaar aanvullende maatregelen de fossiele stroomproductie kan worden afgebouwd. Windenergie neemt in deze scenario’s steeds een belangrijk aandeel, tussen de 20 en 35%, in. Daarvan is nu 2% gerealiseerd.
Effecten op de omgeving
Wat zijn de effecten voor de omgeving?
Wat zijn de effecten voor de omgeving?
Slagschaduw draait met de zon mee en reikt bij zonsopgang en -ondergang en in de winter het verst. In de wet staat dat woningen maximaal 5:40 uur blootgesteld (17 dagen x 20 minuten) mogen worden aan slagschaduw. Als hoogte en locatie van een windmolen bekend zijn, is de slagschaduw te berekenen. De molen wordt stilgezet als er een overschrijding dreigt te ontstaan. Het is vooraf bekend wanneer slagschaduw kan optreden. Daar zijn de bewoners over geïnformeerd. Daarbij is van belang dat bij geen wind of geen zon er geen sprake is van slagschaduw.
Alleen woningen zijn wettelijk beschermd tegen slagschaduw. Slagschaduw kan bij bedrijven natuurlijk wel optreden. In Nederland vinden we het acceptabel dat bedrijven hier enige overlast van hebben. Betuwewind zal desgevraagd bedrijven wel inlichten over de slagschaduwkalender, dat zijn de momenten waarop slagschaduw door het jaar heen kan optreden. Dat is erg afhankelijk van de plaats tov het windpark. Het gaat echter nooit om heel veel uren per jaar maar kan wel in bepaalde perioden dagelijks optreden.
Enerzijds dragen windmolens bij aan een algeheel betere luchtkwaliteit en dus gezondheid. Anderzijds zijn er lokaal effecten zoals geluid. Er zijn geen directe gezondheidseffecten van windmolens bekend.
Indirect kunnen mensen als gevolg van stress of slapeloosheid wel gezondheidsklachten hebben die ze dan ook in verband brengen met een windproject.
Geluid van een windmolen wordt veroorzaakt door de draaiende rotorbladen (aerodynamisch geluid) en bewegende delen (mechanisch geluid) zoals de generator en tandwielkast. Bij moderne turbines is dit laatste type geluid ondergeschikt. De hoeveelheid geluid die een windmolen produceert is (bij dezelfde windsnelheden) gelijk in de dag, avond en nachtperiode. Er zijn dus niet echte piekgeluiden te onderscheiden. Het geluid wordt waargenomen als een breedbandig geluid met een zoevend karakter. Overdag is dit normaal gesproken niet hoorbaar, maar ’s nachts kan dit afhankelijke van het overige omgevingsgeluid wel waargenomen worden. In Nederland bedraagt de norm op de gevel maximaal 47 decibel Lden (gemiddelde van de dag, avond en nacht over lange duur, hierbij krijgt het geluid in de avond en nacht een ‘boete’ van 5 of 10 dB) en 41 decibel Lnight (gemiddelde geluidniveau over alle nachten in een jaar). Deze normen zijn tot stand gekomen op basis van een afweging tussen het te verwachten percentage hinder en de noodzaak om meer duurzame energie op te wekken. De Nederlandse norm is niet duidelijk afwijkend van normen elders in Europa.
Ja, wind draagt geluid verder. De voorkeurswind bepaalt waar op grotere afstand mogelijk hinder optreedt. Geluidsoverlast is een erg relatief verschijnsel. Het geluidsniveau van bijvoorbeeld windmolens moet gerelateerd worden aan overige geluidsbronnen, bijvoorbeeld een snelweg, om inzicht te krijgen in de mate van geluidsoverdracht. Ook is het zo dat er bijzondere omstandigheden zich voordoen. Zo kan het bijvoorbeeld windstil zijn, maar op 100 meter hoogte hard waaien. Dit leidt tot een hogere geluidsbelasting.
Windmolens maken vergeleken met bijvoorbeeld treingeluid weinig laagfrequent geluid. Echter, lage frequenties dragen wel verder waardoor het mogelijk is dat er alleen aan laag geluid hoorbaar of zelfs voelbaar is dat ook nog eens in sommige huizen makkelijker doordringt dan in anderen. In Nederland is er geen aparte norm voor laagfrequent geluid, maar meestal wordt de Deense norm in het onderzoek meegenomen.
De techniek van windmolens wordt steeds beter en het geluid per MW is in de loop van de jaren flink afgenomen. Daar staat tegenover dat de molens groter zijn geworden. Maar per saldo zijn er minder problemen met geluid dan zeg 10 jaar geleden.
Buiten geluid en slagschaduw zijn er geen verdere onderzoeken naar gezondheidseffecten voor mensen gedaan.
Er is nog weinig concreet bewijs voor waardedaling van huizen en er is nog zelden planschade uitgekeerd aan omwonenden. Recent onderzoek op basis van NVM gegevens geeft een indicatie dat er enige waardedaling optreedt in een straal van 1.500 meter rond windmolens, maar dat dit een tijdelijk effect is en nog binnen het eigen risico van 2% ligt. Binnen een straal van 800 meter is er meer kans op planschade. Betuwewind ziet burgerparticipatie als middel om waardedaling te voorkomen.
Over dalende huizenwaarde is inmiddels ook veel gepubliceerd in elkaar tegensprekende onderzoeken. Probleem hierbij is dat andere effecten, zoals de aanwezigheid van spoorlijnen of autosnelwegen hierbij moeilijk te scheiden zijn. Conclusie is dat het erg situatie afhankelijk is. Positief verhaal is uit Denemarken waarbij windmolens juist prijsstijgingen teweeg brengen door gunstige voorwaarden voor nabij gelegen woningen bij het investeren in windmolens.
Bij een vermoeden van waardedaling kan er bij de gemeente Planschade worden geclaimd. Betuwewind is hier vervolgens aansprakelijk voor.
Voor natuurlijke fauna is het verplicht om een Milieu Effect Rapportage uit te voeren. Voor Avri is er ook een onderzoek naar effecten op vliegende fauna gedaan. Over effecten op huis- en boerderijdieren dieren is weinig bekend. Voor zover ons bekend is er ook nog geen aanleiding geweest om dit te onderzoeken. De British Horse society ziet windparken juist als geschikte gebieden om paard te rijden https://www.youtube.com/watch?v=nc22vxAcK8s
Nee, niet in de zin dat deze meetbaar is op 20 meter rond de generator. Deze is vergelijkbaar met een flinke motor of pomp.
Luchtballonnen vliegen tussen 150 en 1000 meter hoogte, de piloten zijn getraind om windmolens ruim te ontwijken en kunnen er dus ook overheen vliegen.
Laagvliegende helicopters van het leger hebben geen vaste beschermde routes. Windparken worden wel in overleg met defensie gepland.
De afstand van 200 meter geldt als richtlijn alleen voor woningen die ‘tot de inrichting (=windmolen) behoren’. Voor andere woningen wordt een richtlijn van minimaal 400 meter aangehouden omdat de ervaring leert dat het geluidsniveau dan binnen de normen blijft. Overigens wordt er meestal naar locaties gezocht waar zo weinig mogelijk mensen in de buurt wonen.
Omwonenden kunnen op drie manieren profiteren van de de windparken:
Er is een directe vergoeding van € 100- € 300 per jaar afhankelijk van de afstand tot de woning, er is een omgevingsfonds voor maatschappelijke projecten en iedereen kon investeren in de windparken en zo mee profiteren van de winst.
Voor Avri is een MERvrije-beoordelingdstudie uitgevoerd. In dit onderzoek zijn dezelfde effecten onderzocht als in een volledige MER-studie. Vanwege de beperkte omvang en het al reeds industriële karakter van het gebied is hieruit gebleken dat er geen significante negatieve milieueffecten optreden en er geen wettelijke verplichting tot het uitvoeren van een volledige MER-studie is. Dit oordeel is overgenomen door de gemeente.
Er is niets nadeligs bekend over speciale invloed van windmolens op fruit.
Er kunnen ongelukken gebeuren met windmolens. Denkbaar zijn branden, afbrekende wieken en wegwaaiende gondelkappen. Dit gebeurt echter zeer sporadisch en de kansen hierop wijken niet af van die op andere grote calamiteiten.
Veiligheid speelt een belangrijke rol in de gehele ontwikkeling, bouw en beheer van een windmolen. Elke windmolen moet in Nederland gecertificeerd zijn. Deze certificering is een waarborg dat de constructie van de windmolen uitgebreid gecontroleerd is op tal van risico’s. Ook moet bij de locatiekeuze voor een Windpark gezorgd worden dat er voldoende afstand wordt gehouden tot snelwegen, spoorwegen, hoogspanningsleidingen en tot ondergrondse (gas)transportleidingen e.d. Dit bijv. i.v.m. het – zéér geringe – risico dat een wiek afbreekt. Bij de exploitatie van het windpark wordt o.a. goed rekening gehouden met kans op ijsvorming op de rotorbladen (wieken). Wanneer er ijs geconstateerd wordt, zullen de rotorbladen evenwijdig aan de snelweg worden gedraaid, zodat mogelijk vallend sneeuw of ijs verwijderd blijft van deze weg. Voordat de wieken weer gaan draaien wordt gezorgd dat ze ijsvrij zijn.
Nee, in principe niet. Zoals in de bijlage bij het Voorontwerp Bestemmingsplan opgenomen onderzoek door Royal HaskoningDHV is aangegeven, is er nu geen sprake van een afdichting aan de onderzijde. Aan de bovenkant wordt de afdichting weer hersteld. Er is een bewaking op het grondwater actief en dit blijft zo. De kans op vervuiling van het grondwater door de komst van de fundering van de windmolen wordt hierdoor niet groter.
Het is een misverstand dat een windmolen werkt als een ventilator. Wel zorgen zij voor een werveling in luchtstromen maar deze beïnvloeden de stroming op maaiveldniveau niet.
Vaststellen van normen gebeurt in een afwegingsproces van individuele en maatschappelijke belangen op nationaal niveau. Elk land is daar onafhankelijk in.
Er is geen norm voor piekgeluid. Geluidsnormen zijn landelijk vastgelegd en er is sprake van een norm op basis van gemiddelden over 24 uur jaarrond en gemiddelden ‘s nachts. In het algemeen wordt gekozen voor een windturbine die qua piekgeluid maar licht boven het toegestane gemiddelde ligt, zodat deze nooit hoeft te worden teruggeregeld. Bij Avri en Deil hebben de turbines een maximum piekgeluid van ca. 45 dB voor de dichstbijzijnde huizen.
In principe is het doden van beschermde vogels verboden. Als op basis van onderzoek blijkt dat de sterfte beperkt is, zal de overheid hier ontheffing voor verlenen.
Volgens de Vogelbescherming wordt in Nederland maar een heel klein deel van de door menselijk toedoen veroorzaakte vogelsterfte veroorzaakt door windmolens. De grootste oorzaken zijn gebouwen, verkeer en ....... katten. Er is door bureau Waardenburg een inventarisatie gemaakt om dit nog specifiek te controleren. Uit dit onderzoek zijn geen grote aantallen te verwachten dode vogels gekomen. Het gaat om enkele vogels per soort per molen per jaar. Dat blijft binnen de toleranties van de provincie en die heeft daarvoor ontheffing verleent.
Overigens vliegen de onder andere genoemde steenuilen, kerkuilen en ijsvogels in het algemeen niet op de hoogte van de wieken.
Er zijn mensen die gezondheidsproblemen toeschrijven aan nabijgelegen windmolens. Hier worden ook namen van ziektebeelden aan verbonden. Op grond van de beschikbare studies komt slaapverstoring wel voor maar de wetgever heeft de afweging gemaakt om enige hinder in de omgeving toe te staan in afweging met de noodzaak om meer duurzame energie op te wekken. Andere gezondheidseffecten, waarvan windturbinegeluid de oorzaak zou zijn (zoals vermoeidheid, hoge bloeddruk, windturbinesyndroom), zijn uit epidemiologische studies niet naar voren gekomen. Het RIVM doet er regelmatig onderzoek naar.
Ja. Dit is gedaan om meer windontwikkeling mogelijk te maken. Overigens gebeurt dit op alle vlakken van infrastructurele ontwikkeling. Nederland is dicht bevolkt. Betuwewind is er kritisch op dat de overlast met betrekking tot bijvoorbeeld geluid en slagschaduw minimaal is.
Verlichting is verplicht op windmolens, die hoger zijn dan 100 meter, om de luchtvaart te waarschuwen. Omwonenden ervaren dit als hinderlijk. De lichten op de molens van Betuwewind worden gedimd als het zicht goed is zodat hinder wordt geminimaliseerd. De branche werkt aan een systeem om de lampen alleen aan te zette als er vliegtuigen in de buurt zijn naar voorbeelden in Duitsland. Maar het zal nog even duren voordat dat systeem in Nederland is ingevoerd.
Meedoen, investeren & profiteren
Wat betekent een lidmaatschap voor mij?
Wat betekent een lidmaatschap voor mij?
De windmolens van Betuwewind zijn helemaal gefinancierd met geld van de leden. Hier is nu geen geld meer voor nodig, maar we verwachten wel weer nieuwe projecten. Door lid te worden zit je op de eerste rang om daar aan deel te nemen. Op dit moment zoeken we nog deelnemers voor het voedselbos.
De windparken van Betuwewind maken voldoende winst voor een goede rente-uitkering aan de investerende leden en houdt dan nog geld over wat in het Duurzaamheidsfonds wordt gestort. Uit dit fonds worden nieuwe duurzame projecten gestart of ondersteund. Sinds 2022 heeft Betuwewind zich ook voorgenomen zelf meer een bredere duurzame initiatieven te nemen op het gebied van duurzame Energie en Landbouw.
De financiële vergoedingen aan omwonenden zijn afgesproken met de gemeente. Omwonenden (dus geen bedrijven) tot 800 meter ontvangen € 300 per jaar, tussen 800-1000 meter € 200 per jaar en tussen 1000-1200 meter € 100 per jaar. Dit geldt niet voor omwonenden die ook een grondvergoeding voor gebruik van hun land ontvangen of die na 2017 in het gebied zijn gaan wonen.
Een actieve betrokkenheid van burgers zorgt voor meer opbrengst in het gebied, controle op de naleving van wettelijke voorschriften, goede informatie in een vroeg stadium, de mogelijkheid om de stroom beschikbaar te stellen, te investeren tegen een aantrekkelijk rendement en actief aan gebiedsontwikkeling te doen.
De eerste 4% van de winst wordt altijd direct aan de leden uitbetaald. Boven de 4% winst wordt gedeeld met het Duurzaamheidsfonds van de vereniging. Maximaal wordt 10% winst aan de leden uitgekeerd.
Ja, iedereen kan lid worden maar als je nog geen 18 bent moet er een wettelijk vertegenwoordiger toestemming geven. Deze is ook gemachtigd om voor maximaal 1 minderjarige een stem uit te brengen in de ALV.
De coöperatie zal de overwinst toevoegen aan de reserves of bestemmen voor nieuwe projecten in de regio die duurzaamheid bevorderen. Anders dan bij het Omgevingsfonds bepalen de leden van de coöperatie gezamenlijk de bestemming op voorspraak van het bestuur en een adviescommissie.
Het rendement is afhankelijk van het rendement van de coöperatie en is dus niet vooraf bekend. We verwachten dat het rendement voor de leden tussen de 4 tot maximaal 10% zal uitkomen. Zie verder de prospectus.
Je eenmalige bijdrage van € 50,- wordt direct ingelegd. Daarmee heb je een stem in de coöperatie. De leden van de coöperatie dragen bij aan een duurzame West-Betuwe. Alleen als lid heb je de mogelijkheid te lenen voor nieuwe projecten.
Elk lid heeft 1 stem in de coöperatie. Zowel het bestuur als de leden kunnen voorstellen doen aan de algemene vergadering van de coöperatie. Het bestuur legt verantwoording af aan de algemene vergadering. Zie voor meer informatie over besluitvorming de statuten van de coöperatie.
Het Omgevingsfonds is een potje dat jaarlijks gevuld wordt door de exploitanten uit de opbrengst van de windparken. Een onafhankelijk bestuur kan dit besteden aan lokale projecten die breed aan de bevolking ten goede komen. Gemiddeld wordt er jaarlijks ca. € 75.000 in het fonds gestort.
Leningen zijn overerfbaar en kunnen ook worden overgenomen door iemand anders. Het bestuur zal hierbij helpen als dit zich voordoet.
De stroom van Betuwewind wordt verkocht door Betuwestroom. Daar kun je nu al klant van worden.
Je vindt het leningsreglement met alle bepalingen zoals die zijn opgesteld door de leden van de coöperatie tijdens de Algemene Ledenvergadering bij de andere documentatie: www.betuwewind.nl/cooperatie/
Organisatie en financiën
Hoe is het georganiseerd en gefinancieerd?
Hoe is het georganiseerd en gefinancieerd?
De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE++) voor de windprojecten zijn toegekend door het ministerie van Economische Zaken. De subsidie is een aanvulling op de marktprijs voor energie om te zorgen dat duurzame productiemethoden rendabel kunnen worden geëxploiteerd.
Aanvullende informatie: SDE+ subsidieregeling
Voor de voorbereidingskosten en de bouw van 1 windmolen is ca. 4 miljoen euro nodig. Dit bedrag wordt bijeengebracht met eigen vermogen (ca. 0,8 miljoen) en vreemd vermogen (ca. 3,2 miljoen). Het vreemd vermogen wordt ingebracht als lening door een nader te bepalen bank. Zowel het vreemd vermogen als het eigen vermogen worden ingebracht in een aparte BV.
Betuwewind leent geld van haar leden om nieuwe ontwikkelingen mee te financieren. Afhankelijk van het risico van de ontwikkeling wordt er een rentebonus uitgekeerd als het project slaagt. De individuele leden die geld lenen dragen dus het risico voor nieuwe projecten.
Voedselbos Lingehout
Wat zijn de plannen en hoe kan je meedoen?
Wat zijn de plannen en hoe kan je meedoen?
De wereld heeft dringend behoefte aan alternatieven voor de gangbare landbouw. Alternatieven die zorgen voor CO2 en stikstof vastlegging in plaats van uitstoot, en die bijdragen aan de biodiversiteit. Voedselbossen produceren voedsel door met de natuur mee te werken, in plaats van er tegenin te gaan. Tijdens de groeiperiode legt een voedselbos CO2 vast, zowel in de bomen/gewassen als in de bodem. Net als elk bos bereikt ook een voedselbos uiteindelijk, na tientallen jaren, een natuurlijk evenwicht waarin opname en uitstoot van CO2 elkaar in balans houden.
Een voedselbos is een landbouwmethode waarbij het draait om het laten groeien van bomen en struiken, waarvan de meesten voedsel produceren. Er worden alleen meerjarige gewassen aangeplant voor dit oogstbos met fruit, noten, eetbaar blad en paddenstoelen. Maar denk bij dit bos ook aan meer dieren en insecten. Alle gewassen en beplanting versterken elkaar. Op termijn kan de opbrengst van een hectare voedselbos groter zijn dan die bij traditionele landbouw.
De ontwikkeling van een natuur-inclusief voedselbos voor lokale, duurzame en gevarieerde voedselproductie, is een experimenteel concept. Natuurontwikkeling en voedselproductie gaan hierbij hand in hand. Betuwewind daagt met dit concept consumenten in en rondom de gemeente West Betuwe uit om zelf mee te denken over de manier waarop voedsel wordt geproduceerd en natuurlijk om een actieve deelnemer te worden.
Een voedselbos is een landbouwmethode waarbij het draait om het laten groeien van bomen en struiken, waarvan de meesten voedsel produceren. Er worden alleen meerjarige gewassen aangeplant voor dit oogstbos met fruit, noten, eetbaar blad en paddenstoelen. Maar denk bij dit bos ook aan meer dieren en insecten. Alle gewassen en beplanting versterken elkaar. Op termijn kan de opbrengst van een hectare voedselbos groter zijn dan die bij traditionele landbouw.
De ontwikkeling van een natuur-inclusief voedselbos voor lokale, duurzame en gevarieerde voedselproductie, is een experimenteel concept. Natuurontwikkeling en voedselproductie gaan hierbij hand in hand. Betuwewind daagt met dit concept consumenten in en rondom de gemeente West Betuwe uit om zelf mee te denken over de manier waarop voedsel wordt geproduceerd en natuurlijk om een actieve deelnemer te worden.
Burgerwindcoöperatie West-Betuwe is opgericht door betrokken burgers om op democratische wijze een actieve lokale bijdrage te leveren aan een energievoorziening die duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar is. Zodat ook toekomstige generaties kunnen genieten van een gezond en prettig leefklimaat en kunnen beschikken over voldoende noodzakelijke duurzame energie, uit eigen omgeving.
De leden spelen een grote rol in het bepalen van het beleid van de coöperatie. Zij dragen ook zelf bij in de financiering van windparken en kunnen daarbij profiteren van de opbrengsten. De burgerwindcoöperatie is een organisatie, gestoeld op praktisch idealisme, met een gezond gevoel voor rendement en met oog voor mens en natuur. De opbrengsten uit de windmolenprojecten vloeien terug naar de regio en worden ingezet voor lokale duurzaamheidsinitiatieven.
Nu de molens van windparken Avri en Deil draaien, is er ruimte om met andere projecten aan de slag te gaan. Zoals de aanleg van het voedselbos van 11 hectare aan de Tielerweg in Geldermalsen.
De leden spelen een grote rol in het bepalen van het beleid van de coöperatie. Zij dragen ook zelf bij in de financiering van windparken en kunnen daarbij profiteren van de opbrengsten. De burgerwindcoöperatie is een organisatie, gestoeld op praktisch idealisme, met een gezond gevoel voor rendement en met oog voor mens en natuur. De opbrengsten uit de windmolenprojecten vloeien terug naar de regio en worden ingezet voor lokale duurzaamheidsinitiatieven.
Nu de molens van windparken Avri en Deil draaien, is er ruimte om met andere projecten aan de slag te gaan. Zoals de aanleg van het voedselbos van 11 hectare aan de Tielerweg in Geldermalsen.
Voedselbos Lingehout wordt een combinatie van een agrarisch productief voedselbos met nevenfuncties zoals educatie en recreatie. De totale oppervlakte bedraagt 11 hectare, en het perceel is gelegen aan de Tielerweg in Geldermalsen. Het voedselbos maakt deel uit van het grotere landgoed Groot Westerhout, waar openbare wandelpaden worden aangelegd in het kader van de Natuurschoonwet.
Voedselproductie en natuurontwikkeling (biodiversiteit) zijn even belangrijk in Voedselbos Lingehout en gaan hand in hand. Op het terrein is ook ruimte voor een biologische moestuin/tuinderij zodat er op korte termijn al oogst aan de deelnemers geleverd kan gaan worden. De opbrengsten van het voedselbos moeten binnen 5 jaar de kosten voor o.a. pacht en beheer gaan afdekken, zodat we kostenneutraal kunnen opereren.
Verder komt er op het terrein een multifunctioneel ontmoetingsgebouw (met sanitair) waar activiteiten georganiseerd kunnen worden, war oogst verkocht wordt, en waar de deelnemers elkaar kunnen ontmoeten. Het voedselbos zelf zal niet openbaar toegankelijk zijn, maar wel tijdens evenementen of openingstijden van de oogstwinkel.
De exacte invulling van het voedselbos (verschillende onderdelen, aan te planten soorten bomen, struiken en andere gewassen) wordt in de zomer van 2021 verder uitgewerkt.
Bij het maken van het ontwerp van het voedselbos werken we samen met diverse andere organisaties, zoals Puur Betuws en Stichting Voedselbosbouw Nederland.
Voedselproductie en natuurontwikkeling (biodiversiteit) zijn even belangrijk in Voedselbos Lingehout en gaan hand in hand. Op het terrein is ook ruimte voor een biologische moestuin/tuinderij zodat er op korte termijn al oogst aan de deelnemers geleverd kan gaan worden. De opbrengsten van het voedselbos moeten binnen 5 jaar de kosten voor o.a. pacht en beheer gaan afdekken, zodat we kostenneutraal kunnen opereren.
Verder komt er op het terrein een multifunctioneel ontmoetingsgebouw (met sanitair) waar activiteiten georganiseerd kunnen worden, war oogst verkocht wordt, en waar de deelnemers elkaar kunnen ontmoeten. Het voedselbos zelf zal niet openbaar toegankelijk zijn, maar wel tijdens evenementen of openingstijden van de oogstwinkel.
De exacte invulling van het voedselbos (verschillende onderdelen, aan te planten soorten bomen, struiken en andere gewassen) wordt in de zomer van 2021 verder uitgewerkt.
Bij het maken van het ontwerp van het voedselbos werken we samen met diverse andere organisaties, zoals Puur Betuws en Stichting Voedselbosbouw Nederland.
Afgelopen zomer hebben we het businessplan en het ontwerp gemaakt en zijn we gestart met het werven van deelnemers. Inmiddels is het businessplan op 29 september ter goedkeuring voorgelegd aan de ALV en is er met grote meerderheid 'voor' gestemd. Per 1 januari 2022 start de pacht van het terrein en wordt begonnen met de aanleg, zoals inrichting van het voedselbos en de eerste aanplant.
• Door deelnemer te worden. Je betaalt dan eenmalig een inleg van 950 euro en wordt hiermee mede-eigenaar van het voedselbos. Deze deelname geeft je het recht om later een wekelijks oogstpakket af te nemen tegen kostprijs (niet verplicht). Ook mag je meedenken over inrichting en ontwikkeling. Lees hier meer over hoe je deelnemer kunt worden.
• Zowel deelnemers als niet-deelnemers kunnen vrijwilliger worden in het voedselbos, en bijvoorbeeld meehelpen bij beheer en oogst, of het organiseren van activiteiten.
• Als je het voedselbos initiatief financieel wilt ondersteunen, maar je wilt geen deelnemer worden (en later geen oogst afnemen), dan kan je “vriend” van het voedselbos worden en een donatie doen.
• Ideeën voor het organiseren van activiteiten (workshops, rondleidingen, educatie, etc.) in het voedselbos zijn ook welkom! Dit is mogelijk vanaf het moment dat het voedselbos van start gaat in 2022. Neem contact op via voedselbos@betuwewind.nl bij interesse
Het ontwerpen en aanleggen van Voedselbos Lingehout kost gedurende 2021 en 2022 ongeveer
€ 235.000: voor het maken van een ontwerp, inrichting van het terrein, bouw van een schuur en vooral de aanschaf van bomen, struiken en ander plantmateriaal.
Dit bedrag wordt opgebracht door uitgifte van aandelen aan deelnemers, en door het bijdragen in geld of natura van onder andere Stichting Voedselbosbouw Nederland, Regionaal Investeringsfonds Fruitdelta, Duurzaamheidsfonds Betuwewind, en Burgerwindcoöperatie West Betuwe.
Om deelnemer te worden in het voedselbos, kan door leden van Betuwewind een aandeel worden genomen van ongeveer 950 euro. De definitieve prijs wordt bekend zodra het businessplan in september gereed is. We verwachten ongeveer 150 leden nodig te hebben om de opstartkosten in 2021-2022 te kunnen afdekken. Inmiddels hebben zich meer dan 100 deelnemers aangemeld. Het is mogelijk dat we voor toekomstige investeringen nieuwe aandelen gaan uitgeven. Als het voedselbos namelijk meer oogst gaat opleveren, kan ook het aantal leden toenemen.
Als je deelnemer wordt, ben je mede-eigenaar van het voedselbos en mag je meedenken over de ontwikkeling ervan. Je draagt bij aan het verduurzamen van de voedselproductie in de Betuwe, en het ontwikkelen van alternatieven voor de gangbare landbouw. Je hebt daarnaast op het afnemen van een voedselpakket tegen kostprijs. Deelname levert geen financieel rendement op.
Voor 1 september 2021 moeten we tenminste 100 intentieverklaringen voor deelname ontvangen hebben, zodat we tijdens de ALV van Betuwewind aannemelijk kunnen maken dat er een goed verdienmodel achter onze plannen zit.
Lees hier meer over wat het betekent om deelnemer te worden, en hoe je je kunt aanmelden.
Een voedselbos is bij uitstek een vorm van landbouw die -in theorie- veel klimaatbestendiger is dan traditionele (intensieve) landbouwvormen: een voedselbos legt netto zowel stikstof als koolstof vast, en is beter bestand tegen weersinvloeden doordat de opzet zo dicht mogelijk een natuurlijke ecosysteem benadert. Hoe dit zich in de praktijk gaat bewijzen is uiteraard nog afwachten. Voedselbos aanleg en exploitatie is voor gematigde klimaatzones een nieuwe ontwikkeling, waarvan pas in de komende jaren de resultaten zichtbaar zullen worden.
Meer informatie over de achtergronden van voedselbosbouw is onder andere te vinden bij Stichting Voedselbosbouw Nederland, die ons gaan helpen bij het maken van een ontwerp en inrichtingsplan: https://www.voedselbosbouw.org/artikelen
We streven naar volledig biologisch beheer van het voedselbos, volgende de principes van Stichting Voedselbosbouw Nederland. Ook wordt biologisch plantmateriaal en zaden gebruikt. Indien wenselijk zullen we een biologisch SKAL voor de voedselproductie van het voedselbos gaan aanvragen.
Neem dan contact met ons op via voedselbos@betuwewind.nl
Is je vraag nog niet beantwoord? Neem contact op en wij zullen deze zo snel mogelijk beantwoorden en aan deze site toevoegen.
Betuwewind brengt wind tot waarde. Door lid te worden van de Burgerwindcoöperatie West-Betuwe kun je meepraten, meedenken en meeprofiteren van Betuwewind.
Contact
Rijksstraatweg 19
4191 SC Geldermalsen
IBAN: NL39RABO0300574126
KVK: 61893447
BTW: 8545.35.597.B.01